Soms, als je beelden van de plasticsoup, daklozen in de kou of de wanhoop van migranten dobberend op zee ziet, bekruipt het gevoel: maar wat kan ik in doen? Hoe kan ik bijdragen? Ik ben maar alleen en het probleem is zo overweldigend groot. Waar te beginnen?
In Het verschil laten we mensen aan het woord die op enig moment gewoon zijn begonnen bij te dragen. Vaak zonder vooropgezet plan, maar vanuit hun gevoel dat toekijken niet langer een optie was. Dat het overigens niet altijd van een leien dakje ging, hoort er ook bij. Zoals Sam van Tol van Correctbooks ooit zei: ‘Je moet het gewoon doen, dan zie je vanzelf wel wat je tegenkomt.’
Deze week Loes van der Meulen oprichtster de Blauwe Tomaat, de SRV-wagen vol groente en fruit want iedereen heeft recht op betaalbaar eten.
Arnhemse sociaal onderneemster met een bedrijfswetenschappelijke achtergrond die regelmatig voor sociaal werkster wordt gehouden. Het verschil is verre van duidelijk voor de buitenwereld. Heeft jaren in Afrika gewerkt en wist na terugkeer een ding zeker: een baan in Nederland moest een sociale component bevatten.
‘Als je alles kon loslaten en mocht kiezen’, had haar vriend haar op een dag gevraagd, ’wat zou je dan doen?’ Ze had gedacht aan die winkel in Engeland waar ze was geweest. Een supermarkt met afgekeurde en ongewenste producten. Het modewoord verspilling was net in opkomst. En toen las ze dat haar woonplaats Arnhem nummer 3 scoorde op de armoedemeter. In haar hoofd maakte ze een sommetje: 1 op de 9 kinderen ging met honger naar school. Tijd voor een winkel vol overtollig eten dat naar mensen zou gaan die met moeite de eindjes aan elkaar knopen.
Maar zeiden vrienden: ‘Niet zomaar een winkel. Maak het ludieker’ en zo kwam ze op het idee van een ouderwetse SRV-wagen, De Blauwe Tomaat. De wagen doet op verschillende dagen verschillende plekken in Arnhem aan inclusief een Blijf van mijn Lijfhuis. Het uitgangspunt van de wagen is dat de prijzen laag zijn. ‘Groente en fruit zijn voor veel mensen onbetaalbaar. Hier bieden we afgekeurde groente en fruit tegen een betaalbare prijs aan.’
De bus komt in wijken waar weinig gebeurt. En ineens is de bus wat er gebeurt: een sociale ontmoetingsplek waar mensen aan de klaptafel aanschuiven voor gratis koffie en thee. Velen zijn eenzaam, gebrek aan geld maakt eenzaam. Ineens hebben ze iets om naar uit te kijken, mensen om te ontmoeten.
Iets voor een ander mogen doen. Omkijken naar de ander. Zoals een kapper die knipt maar die ook oog heeft dat niet iedereen er geld voor heeft en je dan toch knipt. Sommigen mensen werken in de hulpverlening, zij faciliteert liever en kijkt wat kan.
Mensen die in staat zijn sociale projecten te laten groeien, er een succes van te maken. Zoals de Koekfabriek en de Presikhaaf University.
My octopus teacher, nu te zien op Netflix. Moet je gewoon zien!
Structuur, ben ik niet zo goed in. Ik hou altijd veel ballen in de lucht.
Net nog. Een vrouw die naar de bus kwam. Tot aan haar nek in een kluwen van zorgverlening: GGD, kinderrechter, sociale wijkdienst, zorgboerderij. Helemaal overstuur omdat haar pakket bij de voedselbank van maandag naar woensdag is verplaatst. De SRV-wagen is er op donderdag.
Dan vult ze voor een paar euro aan, dat zijn bij de Blauwe Tomaat al gauw twee tassen. Maar als je op woensdag een pakket krijgt, hoef je op donderdag niet aan te vullen, maar wel rond het weekend of net erna. En wat haal je voor een paar euro? Dus wacht ze met honger op het volgende voedselpakket. ‘Kom maar’, zegt de sociaal onderneemster dan en vult de tas vol groente en fruit.
‘Vooral haar mening’, zegt ze schaterlachend, ‘maar ook aandacht aan iedereen die dat nodig heeft’.
Geef een boom. ‘Een cadeau dat goed voor de aarde is, maar waarmee je in je keuze ook de essentie van iemand weergeeft. En het is een cadeau voor het leven.’