Soms, als je beelden van de plasticsoup, daklozen in de kou of de wanhoop van migranten dobberend op zee ziet, bekruipt het gevoel: maar wat kan ik in doen? Hoe kan ik bijdragen? Ik ben maar alleen en het probleem is zo overweldigend groot. Waar te beginnen?
In Het verschil laten we mensen aan het woord die op enig moment gewoon zijn begonnen bij te dragen. Vaak zonder vooropgezet plan, maar vanuit hun gevoel dat toekijken niet langer een optie was. Dat het overigens niet altijd van een leien dakje ging, hoort er ook bij. Zoals Sam van Tol van Correctbooks ooit zei: ‘Je moet het gewoon doen, dan zie je vanzelf wel wat je tegenkomt.’
Deze week Inemarie Dekker van iMPACT Direct over hoe ontwikkelingshulp meer mensen kan bereiken.
Idealist en een doener, eentje die niet alleen droomt maar aan de slag gaat. In Afrika dat trok. Ghana was de eerste halte na de middelbare school; fijn en leerzaam.
Terug in Nederland lagen Internationale Ontwikkelingsstudies in Nijmegen voor de hand. En opnieuw Afrika, ditmaal Oeganda voor haar afstudeeronderzoek. Praktisch als ze is, besloot ze dat ze net zo goed vrijwilligerswerk kon doen om de seropositieve meiden en vrouwen die ze wilde interviewen beter te leren kennen.
Ze was nog niet afgestudeerd of enorme bezuinigingen bedreigden de ontwikkelingssector. Die werden haar eerste drie werkgevers fataal. Dus werd ze consultant voor hulporganisaties. Op hoop van zegen.
Na 16 jaar ontwikkelingssamenwerking kijkt ze met trots terug hoe ze die Zimbabwaanse partnerorganisatie ondersteunden tot een zelfstandige stichting met een eigen inkomen, net voordat er zich weer een Nederlands faillissement aandiende. Ze bestaan nog altijd.
Minder trots? Haar eigen bijdrage aan de ongelijkwaardige ontwikkelingssector. Steeds vaker realiseerde ze zich dat als het erop aan kwam haar Afrikaanse collega’s nooit konden meebeslissen. En is het niet gek dat we hier beslissen over problemen duizenden kilometers verderop? Terwijl collega’s ter plekke het veel beter begrijpen en kunnen oplossen?
Corona deed z’n intrede. Er belde een collega uit het noorden van Ghana. Initiator van geweldige projecten zoals het creëren van banen voor jongeren en schrijf- en leeslessen voor laaggeletterde vrouwen. Het zorgde ervoor dat ze meer konden verdienen met de bedrijfjes die ze runnen.
Of ze een donatie wilde doen voor een nieuw corona-initiatief? Tuurlijk, geen probleem.
Maar wacht eens even? Zouden andere mensen niet ook veel liever direct aan lokale projecten willen geven?
Ze besloot tot een test. Een collega in Nairobi zat met zijn handen in het haar. Door corona en de lockdown mocht niemand de stad uit om te werken of geld te verdienen. Veel families hadden daardoor niet te eten. Zes dagen, meer had ze niet nodig om 32 mensen uit vier verschillende landen genoeg te laten doneren om evenzoveel families een maand van eten te voorzien.
Kennelijk had ze iets te pakken: Directe donaties naar lokale goede doelen. In tegenstelling tot al die hulp waar zo’n 40 procent opgaat aan andere dingen en er gemiddeld zes tussenpersonen aan te pas komen voor het geld op zijn plek komt.
Ja, zij weet ook wel dat dit een supersimpel idee is. Alleen, in Nederland werd het nog niet gedaan. Dus rolde ze het idee samen met collega’s uit Ghana, Kenia, België verder uit.
Het belangrijkste verschil? Dat 95% van de donaties direct naar een lokaal goed doel gaat. De doelen kiezen zelf waaraan ze hun budget besteden. Op de website presenteren ze hun plannen en na afloop van de campagne ontvangt elke donateur een rapportage.
Er was een dag dat ze zich realiseerde dat met een relatief klein bedrag van €3000 euro, al 550 mensen geholpen waren met een beter inkomen, voedselzekerheid, een gezonder klimaat of toegang tot onderwijs!
Neem het biggenproject. Het helpt 20 vrouwen uit extreme armoede door ze simpelweg twee biggen te geven. Er zit een pay it forward systeem in waarbij de vrouw er weer twee weggeeft, zodra er nageslacht is.
Al in het eerste jaar zijn er met €60.000,- twaalf projecten gefinancierd en 3.850 mensen geholpen.
Rechtvaardigheid. Daar loopt ze al haar hele leven warm voor. Bedenken hoe het anders kan en laten zien dát het kan.
Mensen die echt voor hun ideaal staan. Ze vindt het bijvoorbeeld interessant om over klokkenluiders te lezen, al loopt het daar zelden goed mee af.
Het boek Ongebroken van Wangari Maathai, milieu- en politieke activiste. De eerste vrouwelijke Afrikaanse Nobelprijswinnaar afkomstig uit Kenia. Zij plantte met haar initiatief 30 miljoen bomen in Kenia. ‘Een vrouw die voor haar ideaal stond en daar successen mee bereikte!’
Soms dacht ze wel eens: ‘Waar ben ik aan begonnen?’ Vooral als anderen openlijk twijfelden. Maar dan kijkt ze naar wat allemaal is gelukt: de donaties, de private schenker die voorlopig ieder gedoneerd bedrag verdubbelt. En al die mensen die verzuchten: ‘Hé, hé eindelijk verandert er wat in de ontwikkelingshulp.’
Met haar zoon bracht ze speelgoed naar de asielopvang Heumensoord. Daar ontmoette ze ook de families voor wie het speelgoed was. Haar zoontje van tien zag hoe blij het jongetje met zijn speelgoed was. Op de terugweg in de auto zei hij plompverloren: “Ik heb me nog nooit zo blij gevoeld.’
Dichtbij: tijd. Ver weg: geld.
Wil je internationaal geven? Geef dan direct aan bestaande lokale oplossingen. Op deze manier bereikt een donatie meteen meer mensen en heeft het meer impact.
En kijk daarvoor natuurlijk eens op www.impactdirect.eu!