‘Er was iets vreemds’, realiseerde sociaal psycholoog en professor psychologie Elizabeth Dunn zich op een dag. Ze had in het begin van haar carrière een artikel gepubliceerd in Science met de stelling dat geld uitgeven aan anderen je geluk vergrootte.
Alleen bleek dat kennelijk niet voor haarzelf op te gaan. Want iedere keer als zij haar creditcard trok om geld over te maken voor een Syrische vluchteling voelde ze niks. Of haar onderzoek deugde niet of er was iets anders aan de hand.
En toen kwam ze in contact met Groups of Five. De Canadese overheid staat toe dat vluchtelingen naar Canada komen, mits ze voor het eerste jaar gesponsord worden door minimaal vijf Canadezen. Pas als er genoeg geld voor het eerste jaar is, mogen de vluchtelingen naar Canada komen.
Dunn verbond zich aan het project en ontdekte dat het haar nu wel veel voldoening schonk om in dit geval aan een Syrisch gezin te geven. Sterker nog ook na aankomst van het gezin, zette ze zich voor hen in. Wat ze merkte was dat het juist die verbondenheid met het lot van een ander was dat het verschil maakt.
‘Als je hoort dat meer dan 5,6 miljoen vluchtelingen uit Syrië gevlucht zijn, word je geconfronteerd met een tragedie dat het menselijk brein kan bevatten. Het is zo abstract. Als je iemand van ons eerder gevraagd had 15 uur per maand te geven om te helpen met de vluchtelingencrisis, hadden we waarschijnlijk nee geantwoord.
Maar zodra we deze familie naar hun nieuwe huis brachten, realiseerden we ons allemaal hetzelfde: we zouden al het nodige doen om hen te helpen gelukkig te worden.’
Beeld: Rostyslav Savchyn