‘Wie was de laatste?’, vraagt een vrouw in een blauwe regenjas. ‘Die mevrouw!’ Een in het zwart gesluierde vrouw wijst op mij. Ik doe verwoede pogingen mijn fietsketting om een paal te slaan.
Pas als ik de fiets vast heb gemaakt, realiseer ik me dat ik in de rij voor een voedselpakket sta. Verontschuldigend hef ik mijn handen op: ‘sorry’. Goedmoedig halen de vrouwen hun schouders op. Best hoor, hoe minder concurrentie hoe beter. Je weet nooit of er genoeg is. Weggeefwinkel Yess, in Rotterdam-Delfshaven is immers aangewezen op wat er dagelijks wordt afgestaan.
Nico van Splunter, wijkpastor, is de oprichter van weggeefwinkel Yess! en de man die onlangs in diverse media liet weten dat wie niet minstens vier arme mensen bij naam kent, in een bubbel leeft. Omgekeerd geldt dat ongetwijfeld net zo. In de postcodezones 3025 en 3026, een vierkante kilometer in het westen van Rotterdam – bekend onder de naam BoTu – zijn er maar weinig mensen die vier mensen bij naam kennen die niet iedere dag de eindjes aan elkaar knopen. Driekwart van de 15.000 inwoners leeft op of onder het bestaansminimum.
Zoals Becky*, een van de vrijwilligsters die me verlegen in het souterrain van de winkel opwacht. Zij controleert de nieuwe aanmeldingen voor voedselpakketten. Weggeefwinkel Yess! wil de drempel voor wijkbewoners die honger hebben niet te bureaucratisch maken, maar enige controle is er wel. Wie zich aanmeldt moet postcode, huisadres en een poststuk laten zien op dat op naam staat. Om fraude te voorkomen en zeker te weten dat mensen uit de wijk komen.
Als ik met Becky naar de huiskamer loop, stuitert Jade de trap af. Tijdens mijn eerste bezoek aan de Weggeefwinkel maakte ze diepe indruk met haar verhaal over de vicieuze cirkel die armoe is en de halsstarrige weigering van de gemeente maatwerk te leveren. Ditmaal heeft ze goed nieuws: ‘Volgende week mag ik praten over een baan. Yess!’ Dan maakt ze zich uit de voeten om de pakketten uit te delen. Door het raam zie ik hoe de rij wachtenden tot ver voorbij mijn fiets is aangegroeid.
Wijkpastor Van Splunter heeft zich die morgen teruggetrokken in zijn kantoortje voor een aantal zoomgesprekken. Hij heeft een nieuw idee om de energieproblemen in de wijk aan te pakken en wil met diverse mensen van gedachten wisselen. Naast het veelkoppige monster van de armoede; lage geschooldheid, taalproblemen, werkloosheid, criminaliteit, schulden en een slechte gezondheid hebben de inwoners van BoTu er nog een geduchte vijand bij gekregen: de oplopende energierekening.
Jade weet er alles van. Had ze net haar schulden op de rit, staat ze opnieuw in het krijt. Ditmaal bij het energiebedrijf. Haar huurhuis is zo slecht geïsoleerd, dat ze voor de ratten onder haar kierende vloer stookt. Zie daar met een uitkering maar uit te komen. Ze zouden de woningbouwbedrijven moeten aanpakken voor hun schandalige verwaarlozing waardoor huurders op gigantische kosten worden gejaagd.
Becky woont in een van de vijf Gijsingflats. De flats werden in 1959 opgeleverd op de plek van het Amerikaans ‘vergissingsbombardement’ in maart 1943. Het zijn de eerste flatwoningen in de wijk die op stadsverwarming worden aangesloten. Stadsverwarming is in dit geval restwarmte uit de havenindustrie.
‘Het is momenteel een ontzettende puinhoop in de wijk nu ze met de aanleg van stadsverwarming bezig zijn’, zegt ze terwijl ze voortdurend op haar telefoon kijkt. Haar zoon heeft digitaal les want de juf heeft corona en haar schoonmoeder heeft gebeld om te vragen waar ze blijft.
Becky woont met haar man en hun 9-jarige autistische zoon. ‘Hij heeft ook TOS’ zegt ze, ‘een taalontwikkelingstoornis. Hier in de buurt denken ze dat het Thuis op Straat betekent, de wegbezuinigde activiteiten voor kinderen.’ Met z’n drieën leven ze na aftrek van de huur en de energierekening van tien euro per dag.
Haar man werkt in de betonindustrie en staat om vier uur op om op tijd op zijn werk te zijn. Anderhalf uur verderop met het openbaar vervoer. Verhuizen zit er niet in met de huidige krapte op de woningmarkt. Voor een rijbewijs is geen geld. Becky zorgt ervoor dat haar zoon op tijd in het busje zit naar het speciaal onderwijs. En dat ze hem opvangt als hij weer thuis is, wat nogal wisselende tijden zijn door de tekorten aan chauffeurs.
Haar flat is al op stadsverwarming aangesloten, maar voor de dertiger, is het bejubelde plan van gemeente, energieleverancier Eneco en woningcorporatie Havensteder om een betaalbare warmtebron aan te bieden niet zo rooskleurig als zij het doen voorkomen. ‘Gemiddeld moeten we 22 euro meer betalen per maand. En er zijn geruchten dat het meer wordt. We koken nu op inductie. Dat betekent een nieuwe set pannen. Ik heb er nu een, voor de rest moet ik sparen.’
Ze heeft al berekend hoe ze dat gaat aanpakken. Nog meer op haar energieverbruik letten. Geen stekker in het stopcontact laten zitten, geen peertje laten branden in een ruimte waar je niet bent, niets op standby en veel kaarsjes aan. Daar heeft ze eerder ook al 30 euro per maand mee weten te besparen. En dan zijn er nog de voedselpakketten die ze als vrijwilliger mee naar huis mag nemen op de dagen dat ze meehelpt.
Van Splunter komt uit z’n kantoor tussen de afspraken door en houdt even stil om te vertellen over zijn nieuwe plan. ‘We krijgen straks als allemaal €400 terug’, als compensatie voor onze energierekening zegt Nico. ‘Ongeacht of we dat nodig hebben.
Door de oplopende energieprijzen neemt de inkomenskloof nog verder toe: veel mensen gaan naar andere energiebronnen omzien. Die investeren in zonnepanelen bijvoorbeeld. Maar mensen hier in de wijk hebben helemaal geen geld voor zo’n investering of zijn aangewezen op stadsverwarming.
Wat ik graag zou willen, is dat mensen die die €400,- kunnen missen, het in een fonds kunnen storten. Kijk, jij hebt net als ik die €400,- of een deel daarvan waarschijnlijk niet nodig. Sterker nog, jij en ik kunnen investeren in zonnepanelen of een andere vorm van energie, waardoor je straks heel goedkoop energie afneemt. Mensen hier in de wijk kunnen A: de rekening niet betalen, B: niet investeren in alternatieven. Dus ze worden dubbel gepakt.
Ik zou graag een fonds willen beginnen waarmee we investeren in alternatieve energie die mensen in de wijk dan kunnen afnemen. Ze hebben nu geen enkel alternatief. Maar’, zegt de pastor ‘ik ben geen kenner en dit soort onderwerpen groeien me eerlijk gezegd boven het hoofd. Vandaar dat ik zoveel mogelijk mensen erbij probeer te betrekken.’ Dan is hij weer verdwenen op weg naar zijn volgende zoomcall.
Die avond lees ik in de Volkskrant dat stadverwarming onverwacht veel duurder uitpakt dan gedacht. Het duurst is de warmte bij Eneco: klanten betalen daar bij gemiddeld gebruik ruim 2000 euro per jaar. Dat is 650 euro meer dan vorig jaar.
Hoofdbeeld: Riccardo Annandale, overig beeld Carolien Pietjouw
*Becky is niet haar echte naam, op haar verzoek hebben we de naam gewijzigd.
Het platform Geven is leven strijk met enige regelmaat in de wijk neer voor de serie Berichten uit BoTU van inwoners uit de wijk Bospolder-Tussendijken om te laten zien wat de groeiende inkomenskloof tot gevolg heeft en te laten zijn welke bijdrage jij kunt geven.
Voor demografische cijfers en achtergrond in dit stuk is gebruikt gemaakt van informatie van Bospolder-Tussendijken en de gemeente Rotterdam